Extra informatie: Dhaulagiri
Dhaulagiri-bergen
- Er zijn zes Dhaulagiri-toppen: de I is als enige hoger dan 8000 m. De rest varieert in hoogte tussen de 7268 m en 7751 m
- De Dhaulagiri II t/m VI liggen aaneengesloten naast elkaar, aan de overkant van het dal ten opzichte van de Dhaulagiri I, het doel van deze expeditie.
- In het Sanskrit betekent Dhaulagiri 'witte berg'.
- De Dhaulagiri-bergen zijn te bereiken door van Kathmandu westwaarts naar Pokhara te rijden (150 km). Vanuit Pokhara ga je dan nog 70 km noordwestwaarts.
- Exacte locatie Dhaulagiri I: longitude: 83° 29'42"E, latitude: 28° 41'48"
- De Dhaulagiri I vormt de meest westelijke achtduizender in Nepal. Dit betekent helaas tevens dat de berg zeer gevoelig is voor zwaar stormen.
- De dichtstbij gelegen hoge top is de Annapurna (30 km oostelijk).
|
|
Historie Dhaulagiri I (8167 m)
Hoewel het in werkelijkheid om de Dhaulagiri I gaat, zal op deze website gemakshalve worden gesproken over de Dhaulagiri.
Er is wereldwijd slechts een beperkt aantal klimmers in geslaagd de top van de Dhaulagiri te bereiken: ± 300 (versus meer dan 1500 op de Everest), waarvan slechts 12 vrouwen.
Het slagingspercentage ligt door de jaren heen op slechts 21% = aantal klimmers dat de top haalt t.o.v. totaal aantal klimmers dat heeft geklommen boven het basiskamp. In het voorjaar is de succeskans groter gebleken dan in het najaar: 25% tov. 18%. Verder is het aantal ongelukken in het voorjaar beduidend lager dan in het najaar.
- 1810
- Hyder Young Hearsey berekende als eerste de hoogte van de Dhaulagiri via metingen op afstand en kwam tot 8167 m. Dit was een verbazingwekkende hoogte, want tot dan toe werd aangenomen dat de Chimborazo in de Andes de hoogste top ter wereld was.
- 1949
- De Zwitser A. Heim was de eerste die een foto nam van de onbekende Dhaulagiri-range.
- 1950
- Een Franse expeditie olv. M. Herzog arriveert in Nepal. Het doel van de beklimming staat nog niet helemaal vast: Dhaulagiri of Annapurna. Geen van de twee bergen is immers ooit van dichtbij genaderd. Het team arriveert als eerste bij de Dhaulagiri via de Gali Gandaki vallei, de handelsroute naar Tibet. Zij schrikken van de oost- en zuidkant van de berg: onbeklimbaar is hun oordeel. Na 2 weken exploreren (de noord-oostkant van de berg wordt wel bekeken via de Damphus pas) geven zij het op en richten hun aandacht verder op de Annapurna. Deze top wordt uiteindelijk wél gehaald, dé wereldprimeur: de eerste top boven 8000 m is door de mens bereikt!
- 1952
- Er wordt een botanische expeditie ondernomen naar de noordkant van de Dhaulagiri. De waarde voor de bergsport is groot: een schat aan topografische informatie over dit gebied is het resultaat.
- 1953
- Een Zwitserse expeditie doet een poging de noord-westkant van de berg te beklimmen maar strandt op 7400 m. Wel werpen zij voor het eerst een blik op de oostkant van de berg via de noord-oostcol (5700 m). Zij merken op dat deze col groot genoeg is om een vliegtuig te doen landen.
- 1954-'59
- Vijf expedities volgen, allen niet succesvol. In 1954 werd een hoogte van 8000 m bereikt via de moeilijke westgraat. In 1959 werd voor het eerst via de noord-oostgraat geklommen door een Oostenrijkse expeditie. Er werden 6 hoogtekampen ingericht. Door extreem slecht weer bleef het team steken op 7800 m. Duidelijk werd wel dat dit dé route moest zijn naar de top van de witte berg.
- 1960
- Een Zwitserse/internationale expeditie naar de Dhaulagiri olv. M. Eiselin krijgt de primeur: op 13 mei klimmen 6 teamleden via de noord-oostgraat naar de top waaronder de legendarische Kurt Diemberger. De expeditie heeft nog een primeur: een vliegtuig landt op de noord-oostcol om hier grote hoeveelheden expeditiemateriaal te deponeren. Een wereldrecord qua hoogtelanding. Overigens stortte het vliegtuig naderhand, even verderop bij de Damphus-pas, neer. De piloten overleefden het ongeluk wonderwel.
- 1969 – heden
- Pas in 1969 volgt een nieuwe beklimming op Dhaulagiri, via de zuid-oostgraat. De top wordt echter niet gehaald en de afloop is desastreus: 8 klimmers worden bedolven onder een lawine.
Na diverse eerdere pogingen zijn de Japanners in 1978 succesvol via de extreem moeilijke en gevaarlijke zuidkant. In de loop van de jaren zijn nog 9 andere routes met succes beklommen, allen technisch lastige tot zeer lastige beklimmingen.
Kijkende naar de statistische gegevens van de autoriteit Mrs Hawley, is er er in de jaren 2000 – 2005 een aantal van 171 klimmers op Dhaulagiri geweest, waarvan slechts 26 de top haalden = 15%. Kijkende naar de cijfers van het voorjaar, dan ligt dit op 19%. Aanzienlijk lager dus, dan de totaalscore sinds 1950. Het is niet helemaal duidelijk waardoor deze daling veroorzaakt wordt, maar mogelijk door de verslechterende omstandigheden van de gletsjer en de verschuivende seizoenen (met tevens extremer weer).
Nederlanders op Dhaulagiri
De eerste Nederlander die een poging heeft gewaagd op de witte berg was Henk Nooij in 1990.
Hij had zich aangesloten bij een commerciële Duitse expeditie via Amical en reikte tot 7200 m.
De top van Dhaulagiri is in 1996 (solo) beklommen door Bart Vos via de oostwand en het laatste stuk via de normaalroute. Helaas wordt deze prestatie zowel in Nederland als door de internationale klimmerswereld betwist. Een verdrietige en beschamende aangelegenheid voor de bergsport. Katja en Henk sluiten zich aan bij het standpunt van de NKBV: dat een klimmer op zijn woord geloofd moet worden en dus dat Bart Vos de top gehaald heeft. Overigens vinden Katja en Henk ook, dat je er als klimmer alles aan moet doen om met bewijs van de top terug te komen. Zeker als je daarna claimt de top als eerste Nederlander beklommen te hebben.
Bart Vos had trouwens drie pogingen nodig voor Dhaulagiri: in 1994 klom hij tot 7250 m, het jaar erna tot vlak onder de top (8110 m), beide keren via de normaalroute.
Acht jaar lang begaf geen enkele Nederlander zich op de flanken van de ‘witte berg’. De sterke Nederlandse klimmer Hans van der Meulen (top Everest, K2, Cho Oyu, G2 en voortop Shishapangma) en René Rooijakkers sloten zich vorig najaar (2005) aan bij een commerciële expeditie. Door slechte weersomstandigheden en tijdgebrek werd de top door geen van de expeditieleden gehaald. Hans kwam als enige tot ruim 7000 m.