Dutch Dhaulagiri Expedition 2006 (Katja Staartjes & Henk Wesselius)


Route & kampen


De route Bergaanzicht

Basiskamp

De normaalroute van de Dhaulagiri loopt via de noord-oostgraat. Het basiskamp ligt op 4750 m, hemelsbreed slechts 6 km ten noorden van de top. Om naar de top te klimmen wordt echter eerst oostwaarts geklommen, tot kamp 2 en dan wordt de noord-oostgraat gevolgd. De uiteindelijke top wordt bereikt via een traverse in de noordwand.
Het basiskamp bevindt zich op de Chonbardan-morene in een zeer nauw dal. Helaas betekent dit ook het ontbreken van weidse uitzichten. Verder denderen er na sneeuwval talloze lawines langs het basiskamp naar beneden vanaf de verschillende Dhaulagiri-toppen en de Tukuche Peak. Kortom: een spectaculaire plek!

Ijsbreuk boven basiskamp

Beklimming naar kamp 1

Als eerste zal de ijsval gepasseerd moeten worden, die zich tussen de Dhaulagiri I en Tukuche Peak naar beneden wringt. Normaal is het in het voorjaar mogelijk deze ijsval aan touw te passeren. Indien ook het begin van het voorjaar zo droog blijft als de winter van 2006, dan zal er waarschijnlijk rechts van de gletsjer door de rotsen (ook wel de Eiger-wand genoemd) van de Dhaulagiri geklommen worden. Eenmaal op de besneeuwde gletsjer zelf, gaat het langzaam omhoog naar kamp 1, gelegen op de noord-oostcol. De noord-oostcol is berucht om zijn onzichtbare gletsjerspleten, dus dat is oppassen geblazen.

Op weg naar kamp 1

Beklimming naar kamp 2

De beklimming naar kamp 2 is rechttoe-rechtaan, door matig steil sneeuw- en ijsterrein. Kamp 2 wordt opgezet aan het begin van de eigenlijke noordoostgraat. Hier is het oppassen geblazen met lawines. We zullen de tenten daarom aan de zuidkant van de graat opzetten, meestal vol op de wind. Echter, dit vermindert wel het lawinerisico.

Kamp 2

Beklimming naar kamp 3

Op weg naar het hoogste kamp komen we door de sleutelpassage van de route: een 300 m hoge rots- en sneeuwpassage op 7200 m. Kamp 3 bevindt zich op 7450 m.

Topbeklimming

Boven kamp 3 is het eerste stuk steil en lastig terrein, maar daarna wordt de klim wat vriendelijker. Er zal via de noordelijke topflank naar het hoogste punt van de berg worden geklommen.
Indien er weinig sneeuw gevallen is, zal het laatste stuk waarschijnlijk helemaal door de rotsen voeren. Dit vraagt extra oplettendheid. De top bevindt zich nauwelijks gemarkeerd op een lange topgraat.

Op weg naar de top