Dutch Dhaulagiri Expedition 2006 (Katja Staartjes & Henk Wesselius)


Eerdere berichten


9 mei: En maar wachten

Het begint vervelend te worden: wachten op voldoende goed weer om naar boven te gaan.

Windsnelheden van boven de 20 m/s boven de 7000 m, dat is op dit moment aan de orde van de dag. De Italiaanse ploeg had een toppoging willen doen op 7 mei, maar ze zijn hun tent op 7200 m niet uitgekomen. Ze zijn hier zelfs nog een dag langer gebleven om op 8 mei een poging te kunnen doen, maar al die tijd was de wind zo stormachtig, dat ze helemaal niet naar buiten konden komen. Gedesillusioneerd zijn zij gisteren dan ook in 1 ruk afgedaald naar het basiskamp.

En dat terwijl het de afgelopen dagen in basiskamp nog heel redelijk weer was: je denkt dan al snel dat het op de berg ook redelijk is. We hadden bijna spijt gekregen niet naar boven gegaan te zijn!

Maar achteraf hebben we de juiste beslissing genomen: het was kansloos voor een toppoging.
Romano, een van de Italiaanse berggidsen, noemt de Dhaulagiri een van de lastigste achtduizenders. Niet omdat de berg technisch tot de moeilijkste categorie behoort, maar omdat er rond de berg zo'n instabiel microklimaat heerst. Daar beginnen we inderdaad iets van te merken...

Vervelend is echter, dat de voorspelling voor de komende dagen alleen maar slechter wordt. Tot en met de 13 is er keiharde wind. Daarnaast zou er volgens de voorspelling een aanzienlijke hoeveelheid sneeuw moeten gaan vallen op de 13e/14e. Wat te doen?

Ja, daar zijn wij ons nu ook op aan het beraden. Naar de top gaan zit er de komende dagen niet in. Wel overwegen we om een dag naar boven te gaan om ons kamp 2 te inspecteren: de tent zou volledig zijn ondergesneeuwd. Doel van onze klim is dan kamp 2 sneeuwvrij maken en de tent zo nodig repareren. Verder willen we dan ook onze slaapzakken en matjes naar kamp 1 halen. Voor de toppoging is dit waarschijnlijk toch handiger. Het is misschien wat veel gevraagd om voor een toppoging direct naar kamp 2 te gaan en daar nog uren bezig zijn met sneeuwvrij maken van de tent, terwijl er de volgende dag een nog zwaardere dag rest naar kamp 3. Dit hoogste kamp willen we namelijk pas gaan opzetten tijdens de topronde. Het heeft geen zin daar nu 1 of 2 tenten neer te gaan zetten, die we pas dagen of weken later gaan gebruiken. De kans is namelijk groot dat het kamp dan volledig is verdwenen met de wind.

Wanneer we dit gaan doen, zijn we nog niet uit. Want wat we natuurlijk niet willen, is daarna met nul rust aan de topronde beginnen omdat er dan ineens goed weer is. Achteraf hadden we dit klusje dus beter de afgelopen dagen kunnen uitvoeren. Maar goed, achteraf praten is altijd makkelijk. We waren er nooit van uit gegaan dat de slecht-weer periode zo lang zou duren.

Tsja, het wordt dus weer een echte geduldkwestie. We merken nu al dat dit mentaal behoorlijk begint te knagen. Verder moet je opletten, dat je spieren niet teveel beginnen in te teren. Dat gebeurt namelijk extra snel op hoogte, als je hele dagen niets doet. We zijn dan ook vandaag een flinke tippel gaan maken: naar de 5300 m hoge French col. Heen en terug is dat zo'n 6 uur, een fraaie tocht. Jammer, we hadden nauwelijks uitzicht: vanmorgen vroeg kwam de bewolking al opzetten. Een week geleden hadden we de route ook voor een deel gelopen: toen lag er nog overal sneeuw. Vandaag was daar tot 5100 m bijna niets meer van over.

Ook op de klimroute is dit goed te merken: de gletsjer wordt met de dag gevaarlijker (gletsjerspleten die bijna tevoorschijn komen, dus meer kans op een val) en steenslag op de traverse onder de Eiger-wand. Verder begint het in de middag steeds vaker te hagelen/regenen in het basiskamp. Het voorjaar rukt verder op. Hopelijk blijft de moesson, die normaal in juni zijn intrede doet, nog even uit. Grote hoeveelheden sneeuw kunnen wij hier niet gebruiken.



    
En maar wachten